Strijd faillissementsfraude en modernisering van het faillissementsrecht

Bedrijven worden regelmatig geconfronteerd met faillissementen als gevolg van hevige concurrentie. Om deze problematiek aan te pakken werd in 2012 het wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht geïntroduceerd. Dit programma heeft als doel om modernisering, het versterken van het reorganiserend vermogen van bedrijven en fraudebestrijding te bevorderen. Met name de fraudebestrijding speelt hierbij een prominente rol.

Effectieve aanpak van faillissementsfraude

Om fraude bij faillissementen tegen te gaan, zijn er drie nieuwe wetten geïntroduceerd. Allereerst is er de Wet civielrechtelijk bestuursverbod, waardoor bestuurders een bestuursverbod van maximaal vijf jaar kunnen krijgen. Daarnaast zijn de strafrechtelijke bepalingen met betrekking tot faillissementsfraude flink aangescherpt met de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude. Hierbij is onder andere de strafbaarstelling van de inlichtingenplicht (art. 194 Sr) een belangrijk speerpunt. Ten slotte is met de Wet versterking positie curator de taak van fraudesignaleerder vastgesteld. Volgens artikel 68 lid 2 Fw heeft de curator de verantwoordelijkheid om te beoordelen of er sprake is van onregelmatigheden die het faillissement hebben veroorzaakt, bemoeilijkt of het tekort hebben vergroot.

Uitgave over het actuele faillissementsrecht

Deze uitgave werpt een uitgebreide blik op de drie genoemde wetten en de wetgevingsprocessen die eraan voorafgingen. Daarnaast komen ook de bijbehorende kamerstukken, internetconsultaties en belangrijke kritiekpunten aan bod. Deze publicatie dient als een waardevolle leidraad voor het toepassen van alle nieuwe en gewijzigde bepalingen, zowel voor curatoren, advocaten als de rechterlijke macht. Tevens is het een onmisbaar naslagwerk voor studenten die zich willen verdiepen in het actuele faillissementsrecht.