Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werd Estland ingelijfd door de Sovjetunie, die er militaire bases wilde vestigen. De voormalige republiek raakte in meerdere opzichten verscheurd; in de oorlogsjaren vochten 55.000 Esten mee met het Rode Leger en 72.000 met de Duitsers. Deze film gaat over het krijgsgewoel dat zich in 1944 in Estland afspeelde, van de slag om de Tannenberglinie tot de bezetting van het schiereiland Sörve door het Rode Leger. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van twee Esten die elk aan een andere kant meevochten. Zo maken we kennis met Karl Tammik. Hij heeft zich in 1941 als zeventienjarige aangemeld bij de Waffen-SS nadat zijn ouders en zusje door de Sovjets naar Siberië waren gedeporteerd. In 1944 is hij een ervaren frontsoldaat, die vooral strijd voert tegen zijn eigen landgenoten. Zoals Jüri Jõgi, die voor de annexatie door de Sovjetunie zijn dienstplicht vervulde bij de Estse strijdkrachten en daarna automatisch onderdeel is geworden van het Rode Leger. We zien hoe Jüri het na zware ontberingen heeft gebracht tot officier. Maar dan wel een officier die weet dat hij alleen kan overleven als hij zijn mond dicht houdt...