Kleine Maurits, een aangrijpend verhaal over onderduiken en hereniging

Het is 1943. Kleine Maurits, een doofgeboren kind in een Amsterdams Joods gezin, wordt op acht maanden oud gedwongen om thuis te vertrekken en onder te duiken. Hij belandt in Limburg, ver weg van alles wat hij kent. Na de oorlog wordt hij herenigd met zijn ouders en twee zusjes, maar hij herkent hen niet. De taal ontbreekt om hem uit te leggen wat er allemaal is gebeurd.

Jaren later, op de dovenschool, begint Maurits langzaam maar zeker te begrijpen wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Met inspanning en geduld leert hij praten en liplezen, en langzaam begint zijn verhaal vorm te krijgen. Na de dood van zijn moeder durft hij eindelijk haar beschrijving te lezen van wat hun gezin en naaste familie heeft doorstaan tijdens de Jodenvervolging.

Als acteur van Het Gebarentheater besluit Maurits het verhaal van zijn moeder op het toneel te brengen. Met zijn 'sprekende' gebarentaal weet hij het publiek te raken en de emoties van toen over te brengen. Maar Maurits is niet de enige die het verhaal vertelt. Zijn jongste zus, Hans, neemt het stokje over en vertelt op haar beurt het ontroerende verhaal. Terwijl ze haar broer volgt in zijn gebaren, komen herinneringen aan hun kinderjaren weer boven.

Kleine Maurits is een prachtige novelle, gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Het brengt niet alleen een persoonlijk verhaal van overleven en veerkracht, maar ook de impact van oorlog en de zoektocht naar identiteit. Een ontroerend en meeslepend boek dat nog lang bij je zal blijven resoneren.