Redding en rechtvaardigheid: Het Verhaal van David Cohen

Het is september 1942 wanneer tienjarige David Cohen samen met zijn ouders, broer, zusje, ooms en tantes Nederland verlaat. Een buitengewone gebeurtenis wacht hen - de Duitse rijksminister Hermann Göring wilde Hitler een waardevol schilderij van Rembrandt cadeau doen. Dit kunstwerk bevond zich in het bezit van Davids ooms, Benjamin en Nathan Katz, die actief waren in de kunsthandel. Als ruil voor het schilderij mocht de hele familie vertrekken. Zo begint het angstige avontuur van de uitreis en de daaropvolgende verblijf in het Caribisch gebied, dat de eerste hoofdstukken vormt van dit bijzondere verhaal van redding.

Maar de reis is niet zonder bitterzoete gevolgen. Een van de redders sterft kort na de bevrijding in 1945, terwijl de andere betrokken raakt bij procedures rondom de restitutie van de door de Duitsers geroofde kunstwerken. Ondertussen moet de opgroeiende David zijn weg vinden in de naoorlogse periode en pas later wordt hij geconfronteerd met de volledige waarheid over de transactie tussen zijn ooms en de Duitsers. De vraag rijst: in hoeverre waren zij vrij in hun handelen destijds? Tot op heden bestaat er onenigheid over de vele schilderijen die de Katzen aan de bezetter hebben verkocht - was dit vrijwillig of werden zij door omstandigheden gedwongen?

In dit aangrijpende relaas is de intentie van David duidelijk: hij wil zijn ooms eer bewijzen en recht laten geschieden. Zonder hen was hij waarschijnlijk niet hier geweest. Historicus, hispanist, vertaler en auteur van talloze boeken, Robert Lemm, maakte eind jaren negentig kennis met David Cohen. Het was David zelf die Lemm vroeg zijn verhaal op te schrijven, een verhaal dat de lezers meeneemt op een reis van verlossing en rechtvaardigheid.