Gevolgen van de aanleg van de dam bij Hoppenesse

In 1285 werd de dam bij Hoppenesse aangelegd, wat ervoor zorgde dat het water van de Lek geen toegang meer had tot de bovenloop van de Hollandsche IJssel. Hierdoor werd de waterstand op die bovenloop verlaagd. Dit boek gaat dieper in op de gevolgen van deze verandering.

Verlegging van de afwatering naar het zuiden

Voor de landen tussen de Oude Rijn en Hollandsche IJssel was de aanleg van de dam bij Hoppenesse een belangrijke aanleiding om de afwatering naar het zuiden te verleggen. In het oosten van dat gebied is men direct na 1285 begonnen met deze verlegging, terwijl in de Gouwestreek dit pas vanaf 1331 plaatsvond.

Tijdsverschil tussen oost en west in de afwateringsrichting

Opvallend genoeg heeft men in het oosten de afwatering vanaf 1385 weer naar het noorden verlegd, terwijl dit in de Gouwestreek pas een eeuw later is begonnen. Dit boek onderzoekt de mogelijke verklaringen voor dit tijdsverschil tussen oost en west bij de dubbele verlegging van de afwateringsrichting.

Veranderingen in beheer van Rijnlands boezem en de dynamiek in de Zuidwestelijke Delta

Om een volledig beeld te krijgen van de verschillende verleggingen van de afwateringsrichting, wordt er in dit boek ook gekeken naar de veranderingen in het beheer van Rijnlands boezem en de dynamiek in de Zuidwestelijke Delta. Deze factoren kunnen mogelijk de timing en logica achter de afwateringsverleggingen verklaren.

Dit boek biedt een diepgaande analyse van de gevolgen van de dam bij Hoppenesse en de veranderingen in de afwateringsrichting in Nederland. Met gedetailleerd onderzoek en zorgvuldige verklaringen biedt het een fascinerende kijk op de waterbeheersing en de historische ontwikkeling van dit gebied.