Een uniek reisverslag van de Tsjechische schrijver Karel Capek

Reis mee terug in de tijd naar het Nederland van 1931, waar de gerenommeerde schrijver Karel Capek het land bezocht tijdens het 9e Internationale PEN-congres in Den Haag. Gedurende zijn reis doorkruiste hij verschillende steden, werd betoverd door de grachten, polders, duinen en de eindeloze zee. Maar ook het fietsen in Nederland bracht hem plezier en vermaak.

Een passie voor de Gouden Eeuw en de Nederlandse schilderkunst

Capek's liefde voor 'Holland' was voornamelijk gericht op de schilderkunst uit de Gouden Eeuw, met een bijzondere fascinatie voor kunstenaars zoals Rembrandt en Vermeer. In zijn reisverslag bundelde hij zijn indrukken met diepgaande bespiegelingen over de cultuur en geschiedenis van ons land. Daarnaast deelde hij zijn kritische mening over de aanwezige toeristenindustrie in Marken en Volendam, die hij als negatief beoordeelde.

Grappige tekeningen als visuele aanvulling

Een unieke dimensie van dit reisverslag wordt gevormd door de grappige tekeningetjes die Capek zelf maakte om zijn beschrijvingen op een kenmerkende manier weer te geven. Met slechts een paar lijntjes en krabbeltjes karakteriseerde hij enkele congresgangers, dromerige grachtenpanden die schitteren in het water, een meute fietsers die enthousiast vooruitgaan, en de perfect rechte vaarten en sloten in de polders. Zelfs baders in de zee werden vastgelegd in zijn speelse tekeningen.

Een inclusief nawoord met een verloren hoofdstuk

Als een toegevoegde bonus bevat deze uitgave een zeer informatief nawoord geschreven door vertaler Kees Mercks. Hierin is het ontbrekende hoofdstuk over Naarden integraal opgenomen, waardoor het reisverslag compleet wordt. Dit boek is deel 7 in de reeks 'Moldaviet' en biedt een zeldzame inkijk in het Nederland van vroeger vanuit het perspectief van een gerespecteerde internationale schrijver.