Juridische betekenis van een Letter of Intent

Dit Cahier Privaatrecht behandelt een veelvoorkomend document in de transactiepraktijk bij overnames van bedrijven of aandelen in vennootschappen: de Letter of Intent. Ondanks zijn gebruikelijkheid krijgt dit onderwerp echter weinig aandacht in het juridisch-universitaire onderwijs. Niet alleen bij overnames, maar ook bij andere vormen van samenwerking komen soortgelijke documenten voor, zoals memorandum of understanding en intentieverklaringen. In dit cahier staat de vraag naar de bindende kracht van (delen van) een Letter of Intent centraal. Bovendien worden de belangrijkste bepalingen en voorwaarden die vaak voorkomen in een Letter of Intent behandeld. Hierbij wordt aandacht geschonken aan opvattingen in de rechtsliteratuur, lagere rechtspraak en talrijke voorbeelden en clausules uit de dagelijkse praktijk.

Over de auteur

Prof. Mr. B. (Bob) Wessels, een juridisch adviseur in Dordrecht, is de auteur van dit Cahier Privaatrecht. Sinds 2007 bekleedt hij de positie van hoogleraar Internationaal insolventierecht aan de Universiteit Leiden. Voordien was hij hoogleraar handels- en ondernemingsrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, waar hij zelf ook heeft gestudeerd (Nederlands recht in 1974 en notarieel recht in 1977). Wessels heeft een uitgebreide achtergrond in de juridische wereld en heeft bijgedragen aan verschillende publicaties, zoals "Gentlemen's Agreements" in 1984. Hij heeft ook een proefschrift geschreven met de titel "Natuurlijke verbintenissen: Civiel- en fiscaalrechtelijke beschouwingen over rechtens niet-afdwingbare verbintenissen". Met zijn ruime ervaring als auteur, redacteur en hoogleraar is Wessels een autoriteit op het gebied van insolventierecht en verrijkt hij dit Cahier met zijn kennis en inzichten.