De behoefte aan geestelijke begeleiding is geen modern verschijnsel. Terwijl nu verschillende vormen van therapie bestaan om aan dat verlangen tegemoet te komen, was geestelijke begeleiding vroeger een klerikaal monopolie. Steun en toeverlaat zien welke gedaantewisselingen het verschijnsel geestelijke begeleiding binnen de Nederlandse katholieke leefwereld heeft ondergaan.
Uitgangspunt is deze bundel is de dynamiek tussen geestelijkheid en gelovigen, tussen leiders en geleiden. Waar worstelden gelovige mannen en vrouwen mee? Wat hadden de geestelijke begeleiders in verschillende hoedanigheden hun te bieden? Wanneer werd begeleiding als bevoogdend of nutteloos ervaren en wanneer als zinvol, troostrijk en ondersteunend? Op welke wijze kunnen bestaande vormen van geestelijke begeleiding aangepast worden aan de huidige Historici en theologen, leken en religieuzen buigen zich over deze vragen in toegankelijk geschreven bijdragen en persoonlijke verhalen.