Michaël Slory: Een Dichter in Volle Harmonie met Leven en Taal

Voor dichter Michaël Slory smelten leven, werkelijkheid en taal naadloos samen tot één geheel. Als geboren inwoner van het Surinaamse district Coronie roept elke ervaring, observatie, gevoel, geur, tekst of idee bij hem direct een poëtische respons op. Zijn bron van inspiratie is eindeloos divers en reikt van majestueuze palmbomen tot doodgewone vuilnisbakken. Elk nieuw gedicht is voor Slory een geboortemoment, een ontdekkingstocht naar de essentie die in de vorm verscholen ligt. Zo kan hij zich uiten in traditionele versvormen zoals haiku's, kwatrijnen en sonnetten, evenals in vrije vormen. Bovendien beheerst hij meerdere talen: naast zijn moedertaal Sranantongo, experimenteerde hij in de jaren '80 met Spaans en gebruikte hij na 2000 Engels als poëzietaal.

Een Zeldzaam Prozatalent

Hoewel Slory vooral bekend is om zijn poëzie, heeft hij ook zeldzaam proza geschreven. Sinds 1987 werkt hij als medewerker voor de Surinaamse krant de Ware Tijd, waar hij af en toe korte prozaschetsen heeft bijgedragen. Een selectie van deze schetsen is opgenomen in "Alsof men alles loslaat", naast bijna 50 andere gedichten waarvan slechts vijf eerder gepubliceerd waren. De gedichten zijn geschreven tussen 1986 en 2016, en bijna allemaal zijn ze later herzien, bijgeschaafd of zelfs grondig herschreven door Slory zelf. Zijn kennis van het Sranantongo, de rijke taal van zijn geboorteland, maakt hem tot een ware conservator van dit erfgoed.

Een Trilogie van Slory's Werk

"Alsof men alles loslaat" is de derde bloemlezing uit het werk van Michaël Slory die wordt uitgebracht door Uitgeverij In de Knipscheer. Het volgt op eerdere culminaties van zijn oeuvre, namelijk "Ik zal zingen om de zon te laten opkomen" uit 1991 en "Torent een man hoog met zijn poëzie" uit 2012. Deze nieuwe verzameling bevat ook een unieke toevoeging. Samen met Michiel van Kempen en Ed Hart heeft Slory tien van zijn Sranantongo-gedichten vertaald naar het Nederlands, waarbij elk gedicht ter goedkeuring aan de dichter zelf werd voorgelegd voordat ze gepubliceerd werden.