Manja: Een betoverende roman over vriendschap en hoop in het Derde Rijk

Manja opent gedurfd met het verwekken van vijf kinderen. In de intieme en vurige slaapkamers van hun ouders, waar wanhoop, brutaliteit, romantiek en achterdocht elkaar afwisselen, ontstaan dromen die net zo divers zijn als de mensen zelf.

De roman volgt de kinderen, vier jongens en Manja, terwijl ze dagelijks samenkomen op een verlaten ruïneterrein. Dit paradijselijke plekje moeten ze voortdurend verdedigen tegen de kracht van 'Klasse' en 'Rasse', tegen domheid en nijd. Gelukkig neemt Manja het voortouw en slaagt ze erin de vriendengroep bij elkaar te houden. Totdat hun vriendschap in 1933 zwaar op de proef wordt gesteld, wanneer Manja en Harry opeens als 'niet-raszuiver' worden bestempeld.

Terwijl twee van de jongens gedwongen worden zich aan te sluiten bij de Hitlerjugend en de vader van een ander als gevaarlijke communist wordt bestempeld en plotseling verdwijnt, worden de kinderen gedwongen om keuzes te maken als gevolg van de problemen van hun ouders - die twijfelen of ze zich moeten aansluiten bij Hitler of niet.

Als een kleurrijk verteller betovert Anna Gmeyner de lezers met haar prachtige weergave van mensen en hun hoop en verwachtingen aan de vooravond van het Derde Rijk. Ze neemt ons mee door indrukwekkende en nietsontziende beschrijvingen van het dagelijkse Duitse leven, met poëzie en sprankelende dialogen. Vijfenzeventig jaar later weet Manja nog steeds elke lezer te betoveren met haar meeslepende verhaal.