Bijna fluisterend, soms met lange stiltes, dan weer in een hevige oordenstroom, vertelt een jong zwart meisje over leven en vooral de dood. Over haar vader die wist dat hij zou sterven en hoe haar moeder hem niet kon redden. Over het laatste adieu van haar moeder die haar aanmaande om nu meteen snel te lopen, nog sneller, niet meer om te kijken, te blijven vluchten om te blijven leven.

Het verhaal van Marie staat model voor het verhaal van meer dan een half miljoen Rwandezen die vanaf oktober 1996 in de meest mensonwaardige omstandigheden door het Congolese regenwoud getrokken zijn om te ontsnappen
aan het regeringsleger van de huidige Rwandese president Paul Kagame. Hooguit één op vier heeft die tocht overleefd. Marie is één van hen.