Een baanbrekend boek over vertrouwelijkheid in de advocatuur

Advocaten en hun cliënten moeten vrij en vertrouwelijk met elkaar kunnen communiceren. Deze essentiële waarde vormt de basis voor optimale juridische advisering en bijstand. In Nederland wordt de vertrouwelijkheid gewaarborgd door de geheimhoudingsplicht en het professionele verschoningsrecht van de advocaat. Echter, de grenzen van deze bescherming worden de laatste tijd steeds meer op de proef gesteld.

Dit uiterst relevante boek werpt een nieuw licht op de Nederlandse regeling van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van de advocaat. Het biedt een rechtsvergelijkend perspectief, waarbij inspiratie wordt geput uit het goed functionerende secret professionnel in Frankrijk en het legal professional privilege in Engeland.

Daarnaast worden de Nederlandse regeling en haar beperkingen getoetst aan de belangrijkste rechtsbeginselen en minimumwaarborgen, voortvloeiend uit de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU). Belangrijke vragen die in dit boek aan bod komen zijn onder andere: welke informatie wordt precies beschermd door het beginsel van vertrouwelijkheid? In hoeverre kunnen andere maatschappelijke belangen het belang van vertrouwelijkheid beïnvloeden? En tot welke mate zijn beperkingen en uitzonderingen toelaatbaar?

Dit boek houdt als rode draad het belang van onbelemmerde rechtshulp door een advocaat voor ogen. Door de diepgaande analyses en grondige evaluaties biedt het waardevolle inzichten en mogelijke verbeterpunten voor de wetgeving omtrent vertrouwelijkheid in de advocatuur.

Over de auteur Nathalie Fanoy

De auteur, Nathalie Fanoy, heeft Nederlands recht gestudeerd aan de rechtenfaculteit van de Rijksuniversiteit Leiden. Met haar uitgebreide professionele ervaring als advocaat en haar promotieonderzoek aan de Faculteit der rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam, brengt ze een unieke expertise naar dit baanbrekende boek.