Elke kat heeft zijn eigen karakter. Juist daarom vinden veel mensen het zo'n fascinerend dier. Met zijn eigengereide inborst weet hij ons telkens weer om de vinger te winden, bijvoorbeeld als hij langs onze benen schuurt opdat we toch alsjeblieft iets lekkers in het voerbakje doen. Of als hij luid spinnend, ongegeneerd op het toetsenbord gaat liggen terwijl we net een belangrijke brief aan het typen zijn. Welk ander dier zouden wij vergeven dat het met zijn nagels de dure designerbank naar z'n mallemoer helpt? Dat ongegeneerd op het beddenkussen een dutje doet of op de mussen in de tuin jaagt? Een ware huiskat heeft zijn baasje, die voor hem braaf de blikjes openmaakt, volledig in zijn greep. Met hem hoeft hij toch geen rekening te houden? Maar diezelfde kat kan ook wonderbaarlijk lief zijn als we ons ziek voelen of ons troosten als we verdrietig zijn. De band tussen deze individualisten op fluwelen pootjes en hun bezitters is een heel bijzondere - en onlosmakelijk, een leven lang.

Dit boek is een liefdesverklaring aan alle huistijgers die ons leven verrijken. Neem een kijkje in de complexe kattenziel, waarin zoveel menselijks schuilt. De schrijfster, een doorgewinterde kattenbezitster, deelt hier met ons haar haar ervaringen - persoonlijke, buitengewone en aandoenlijke. Want katten zijn niet zomaar huisdieren, het zijn metgezellen voor het leven.