Zij stonden aan het hoofd van de meest moorddadige organisaties van de 20ste eeuw, de NSDAP, de SS, de SD en de Gestapo: de Nazi-oorlogsmisdadigers. Dankzij terreur en een geperfectioneerd onderdrukkingsapparaat hielden zij bezet Europa in een ijzeren en gewelddadige greep. Via een netwerk aan kampen werd met iedereen afgerekend die een (vermeend) gevaar voor het Derde Rijk vormde of wie niet in de perverse rassentheorieën paste. In dit boek staan de levenslopen van de ergste misdadigers centraal, van de Reichsführer-SS Heinrich Himmler, tot Eichmann, het brein achter de Holocaust en Nazi-arts Josef Mengele die wrede experimenten op de gevangenen uitvoerde. Ook komen de minder bekende misdadigers aan bod. Deze mannen en vrouwen waren vaak de uitvoerders en/of handhavers van het beleid van de hogere nazi’s. In feite voerden zij de verschrikkelijke dingen uit die volgens de Nazi-ideologie noodzakelijk waren.