Productomschrijving: Boek over Nevenarbeid in het Collectief Arbeidsrecht

Dit boek maakt deel uit van een reeks die zich richt op het collectief arbeidsrecht. Het collectief arbeidsrecht omvat alle regels met betrekking tot werkgevers- en werknemersorganisaties, collectieve onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden, overheidsinvloed op deze onderhandelingen en het recht op collectieve actie. Hoewel er op de arbeidsmarkt verschillende sociaaleconomische ontwikkelingen zijn, zoals de opkomst van deeltijdarbeid en zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers),en een groeiende behoefte aan flexibel werken, is er in de literatuur en rechtspraak weinig aandacht besteed aan nevenarbeid.

Belangen bij Nevenarbeid

Bij nevenarbeid staan twee belangen centraal: de werkgever die zijn bedrijfsbelangen wil beschermen, en de werknemer die door middel van arbeid in zijn levensonderhoud wil voorzien en zijn persoonlijke ontwikkeling wil bevorderen. De grondrechten, met name artikel 19 lid 3 van de Grondwet, garanderen het recht op vrije arbeidskeuze. Beperkingen hierop mogen alleen worden opgelegd via formeel vastgestelde wetten.

Beperkingen en Onderzoek

In de praktijk wordt werknemers vaak beperkt in het verrichten van nevenarbeid, zoals het werken voor derden of het starten van een eigen bedrijf. Deze beperkingen vinden vaak hun oorsprong in collectieve arbeidsovereenkomsten. Dit boek onderzoekt in hoeverre werknemers daadwerkelijk worden beperkt in het verrichten van nevenarbeid en of deze beperkingen juridisch geoorloofd zijn.

Auteurs

De auteurs van dit boek zijn Mr. dr. J van Drongelen, universitair hoofddocent Sociaal Recht en Sociale Politiek aan de Universiteit van Tilburg, en Mw. mr. S.E.H. Lacroix, afgestudeerd aan de opleiding Sociaal Recht en Sociale Politiek aan dezelfde universiteit.