Ode aan de Grote Meester

In 2006 werd de 400ste verjaardag van Rembrandt's geboorte gevierd. Hans de Bruijn, een veelbelovende kunstenaar, besloot een eerbetoon aan de grote meester te brengen door middel van zijn schilderij van de ruïne van Rembrandt's geboortehuis in Leiden. Het huis, dat opzettelijk was afgebroken, symboliseerde voor De Bruijn het culturele verval waar hij zich tegen verzette. Dit concept vormde de basis voor zijn boek, waarin hij zijn kritische kijk op de hedendaagse kunstwereld deelde.

Verlies van Kunst

Echter, de ruïne van Rembrandt's geboortehuis was niet de enige museale tragedie. H.J.A. Hofland, bekend journalist en kunstkenner, beschreef in een artikel in NRC Handelsblad de systematische mishandeling van openbare kunst in Amsterdam en noemde het een nationaal schandaal. De mislukkingen rondom de uitbreiding van het Stedelijk Museum, de 'Badkuip' ingang en het 'zwervend museum' leidden tot uitstel van de heropening en ontoegankelijkheid van de collectie voor een halve generatie. Deze woorden raakten De Bruijn diep en inspireerden hem om zijn oeuvre te wijden aan het schilderen van grootschalige en meeslepende museumruïnes.

De Magie van Verf

Hans de Bruijn, geboren en getogen in Leiden, volgde zijn kunstopleiding aan de prestigieuze Koninklijke Academie in Den Haag en de gerenommeerde Rijksacademie in Amsterdam. Zijn jarenlange expertise in combinatie met zijn conceptueel expressionisme resulteerden in een vernieuwende benadering van de kunsttraditie. Maar het was vooral zijn vaardigheid om kleur en substantie tot leven te wekken op het doek, waardoor De Bruijn de magie van verf wist te creëren. Zijn schilderijen inspireerden en betoverden kunstliefhebbers over de hele wereld. Vandaag de dag woont en werkt hij nog steeds in Leiden, waar hij blijft bijdragen aan het behoud en de herwaardering van kunst.