Karel is nog piepjong wanneer hij beslist in dienst te treden van het Duitse leger. Van thuis uit Vlaamsgezind, vecht hij voor een zelfstandig Vlaanderen wat naar zijn overtuiging enkel en alleen mogelijk is met Duitse hulp. Tevens voelt hij zich geroepen, aangemoedigd door de Kerk, te strijden tegen het bolsjewisme, het communisme dat Europa dreigt te overspoelen.

In z’n inleiding, wars van alle vooroordelen, beschrijft de auteur in grote, duidelijke lijnen de Vlaamse bewustwording die pas echt tot uiting komt tijdens Wereldoorlog 1 en die veel Vlamingen motiveert om bij het uitbreken van Wereldoorlog 2 de Duitse kaart te trekken.

Het eigenlijke verhaal, verteld door Karel zelf, gaat vanaf z’n kinderjaren, over de jeugdbeweging Verdinaso, de Duitse school, z’n indiensttreding bij de Waffen-SS tot aan de op wraak beluste repressie eens terug in België. Uniek is het feit dat Karel drie jaar oostfront heeft overleefd.

In een laatste hoofdstuk heeft de auteur een openhartig interview met Karel. Heel z’n verdere leven heeft hij zich verdiept in de geschiedenis van beide wereldoorlogen, zowel op politiek, sociaal, economisch en geschiedkundig vlak. Men zou Karel een historicus kunnen noemen.

Een waarheidsgetrouw en vloeiend geschreven boek, meer dan de moeite waard om het te lezen.