Onderzoek naar de handel in blanke slavinnen

In de tweede helft van de negentiende eeuw was er een hevige discussie over de handel in blanke slavinnen. Deze vrouwen werden gezien als jonge, onschuldige slachtoffers die door bordeelhouders en hun handlangers werden gedwongen om door heel Europa te reizen en hun geld te verdienen met prostitutie. In dit boek wordt er een diepgaand onderzoek gedaan naar de feiten en oorzaken van deze handel. Daarnaast zijn er talloze verhalen die de geschiedenis van deze periode tot leven brengen.

Misstanden en de rol van de overheid

De verhalen in dit boek laten zien dat de misstanden in de prostitutie mede het gevolg waren van de lakse houding van de overheid. Door middel van gedetailleerde gegevens uit Nederlandse steden als Rotterdam, Breda, Nijmegen en Den Haag wordt onderzocht in hoeverre deze handel daadwerkelijk plaatsvond. Het boek laat ook schrijnende gevallen zien, zoals het verhaal van een jong Engels meisje dat na verkrachting door een hoerenmadam in een Brussels bordeel belandde, of het tragische einde van een Rotterdamse zakenman die ver van huis stierf samen met een Franse prostituee.

Het succesverhaal van de Rotterdamse politie

Naast de grimmige verhalen, beschrijft dit boek ook het opmerkelijke succes van de Rotterdamse politie. Dankzij internationale samenwerking slaagde zij erin om een jonge vrouw uit een Lets bordeel te bevrijden. Dit toont aan dat er wel degelijk mogelijkheden waren om actie te ondernemen tegen de handel in blanke slavinnen.

Einde aan de misstanden

Dit boek eindigt met de sluiting van het Rotterdamse topbordeel Palais Oriental. Voor een kort moment gaf dit de reinen en de zaligen in Nederland hoop dat netheid en fatsoen voortaan de overhand zouden hebben in het land.